



Als ik kon zeggen
Wat mijn hart vertelt
Over liefde, leven en bestaan
Dan zou ik moeten roepen
Over alle stemmen heen
Over de stem van moeten en van plicht
Over de stemmen die je dwingen om te gaan
Te zijn wat je niet bent, niet kunt zijn
Als ik kon zeggen wat mijn hart mij zegt
Dan kom ik stem te kort om door te dringen
Het vraagt zoveel, zo diep perfect te zijn
Verlangend, dorstig als een hert
Op zoek naar eindelijk die bron
Die altijd stroomt, waar dorst verdwijnt
Dan zou ik zeggen: je bent prachtig
Je bent meer dan je doet.
Je doet nooit genoeg om meer te zijn
Leef, dank, vier het zijn
Wie je bent is genoeg, helemaal genoeg
Als ik kon zeggen wat mijn hart vertelt
Zou ik je zachtjes strelen, diep in je ogen kijken
Zien wie je bent en zachtjes zeggen:
Jij, prachtig schepsel, kind van God.
Ik dank voor jou, speciaal voor jou
Want van jou is er maar één.
Niemand anders kan jou zijn
Iedereen kan doen wat een ander doet
Maar niemand kan zijn wie een ander is
En daarom vier ik jouw leven
Omdat jij er bent.
Toen ik bang was
En alleen
Toen
In het diepe
Waar niemand komen kon
Kon ik niet meer vooruitzien
En niet meer tevreden zijn
Alleen maar terugkijken
Op wat ik was
Of meer nog
Wie ik had kunnen zijn als…
Toen werd ik bang
Van het terugkijken
En wilde omhoog, verder, vooruit
Maar het ging niet
Ik was bang, te bang
Gevangen in wat ik was
En wie ik had kunnen zijn als..
Toen iemand mij zei
Dat er verderop iets was
Iets dat ik niet kende
Maar dat mij vrede zou geven
Tevreden zou maken
En iemand mij dat zei, tot zevenmaal toe
Toen zag ik, even in een fractie
Iemand die ik ooit gekend had
Toen ik nog nooit bang geweest was
In het verborgene..
Toen ik daar zeven keer geweest was
Geloofde ik dat het bestond
Soms, éven, meer níet dan wel
Maar ik wilde wél verder en nooit meer terug
Niet meer naar de angst, naar het diepe
Waar niemand komen kan
Maar naar omhoog, naar verder, vooruit
Waar iemand wacht, al jaren..
Vader, is dát Hem?
Licht, vrede, geen angst
Bestaan, Leven, Zijn
Thuis, Welkom, Gezegend
Toen ik daar één keer geweest was
Wilde ik er zijn
Altijd, eeuwig
De angst werd te klein om nog zichtbaar te zijn
En ik kreeg ruimte om te zijn, wie ik had kunnen zijn als..
Als ik kon zeggen
Wat mijn hart vertelt
Over liefde, leven en bestaan
Dan zou ik moeten roepen
Over alle stemmen heen
Over de stem van moeten en van plicht
Over de stemmen die je dwingen om te gaan
Te zijn wat je niet bent, niet kunt zijn
Als ik kon zeggen wat mijn hart mij zegt
Dan kom ik stem te kort om door te dringen
Het vraagt zoveel, zo diep perfect te zijn
Verlangend, dorstig als een hert
Op zoek naar eindelijk die bron
Die altijd stroomt, waar dorst verdwijnt
Dan zou ik zeggen: je bent prachtig
Je bent meer dan je doet.
Je doet nooit genoeg om meer te zijn
Leef, dank, vier het zijn
Wie je bent is genoeg, helemaal genoeg
Als ik kon zeggen wat mijn hart vertelt
Zou ik je zachtjes strelen, diep in je ogen kijken
Zien wie je bent en zachtjes zeggen:
Jij, prachtig schepsel, kind van God.
Ik dank voor jou, speciaal voor jou
Want van jou is er maar één.
Niemand anders kan jou zijn
Iedereen kan doen wat een ander doet
Maar niemand kan zijn wie een ander is
En daarom vier ik jouw leven
Omdat jij er bent.
Zouden het alleen Amsterdamse tieners zijn, die seks hebben tegen beloning? Trouw maakte vanmorgen melding van het feit dat meisjes tussen de tien en zeventien jaar op behoorlijk grote schaal seks hebben tegen beloning. De jongste meisjes nemen genoegen met een telefoonkaart, breezer, hamburger bij McDonalds of een lift naar huis als beloning. Ze wonen meestal thuis en gaan naar school. Aanleiding voor het onderzoek was een rapport van het Bonger Instituut, dat vorig jaar uitzocht waar de prostituees na sluiting van de tippelzone waren gebleven. Daarin stond: „Vaak groeien meiden in Zuidoost op met het beeld dat seks naast drugshandel een makkelijke en geaccepteerde manier van geld verdienen is. Ze noemen het zakendoen. Vooral orale seks is in.” Het is toch weer even schrikken als je zoiets leest. En natuurlijk – een beetje egoïstisch – denk je dan ook aan de meiden in West Friesland. Zou dat hier ook gebeuren. Vast wel. Misschien, hopelijk, iets minder dan in Amsterdam, waar zo ongeveer alles meer gebeurt, maar waarom zouden meiden en mannen zich hier anders gedragen dan in Zuid oost Amsterdam. Tegelijk moest ik denken aan een interview dat ik gisteren zag in het elfde uur. De columnist van het NRC die daarin werd gevraagd naar zijn mening over de opmars van de Islam, stelde dat de grootste bedreiging voor het westen het nihilisme was. Veel mensen zullen direct begrijpen wat hij bedoelt, maar ok, voor alle zekerheid, het gaat erover dat we op een leeg punt zijn aangeland. Nihil, niks meer hebben om voor te vechten, te strijden om in te geloven. Onze belangrijkste gespreksonderwerpen zijn onze vakanties, onze luxe artikelen en een heel belangrijke bezigheid van veel mannen is het zoeken naar seks. Op televisie, op internet en blijkbaar ook bij meisjes van 10 tot 17 jaar. Voor een hamburger of een breezer kom je al een heel eind. In de Bijbel lees je enkele malen dat Jezus weende. Verdriet had, huilde. Ik weet zeker dat Jezus vanmorgen ook gehuild heeft bij het lezen van zo’n berichtje. En ik huil met Hem mee. Wat een lege wereld. En dat terwijl de heerlijkheid die God wil geven zo dichtbij is. Er is wél wat om voor te leven en zelfs voor te sterven. De toekomst van Jezus Christus, het koninkrijk van God. Dwars door alle ellende op deze wereld heen zie ik de tekenen van zijn koninkrijk. En daarin wil ik iedereen laten delen. Ook meisjes van 10 tot 17 die honger hebben naar méén dan een breezer of een lift naar huis als beloning. Het evangelie is niet een goedkope publiciteitsstunt om te proberen dominees van een goed belegde boterham te voorzien. Het evangelie is het gratis aanbod van Gods genade aan een dolgedraaide wereld. Laten we maar wakker worden en ons bekeren van het nihilisme tot de nabijheid van de levende God. De moeite waard om voluit voor te leven. Met een gratis lift naar huis, het Vaderhuis van God als ultieme beloning. En niet alleen straks, als we doodgaan, maar ook nu, als we bidden en met Hem op weg gaan is Hij dan heel dichtbij.
Het stond al jaren op de verpakkingen van levensmiddelen. Maar met wat te kleine lettertjes volgens het convenant overgewicht. Voortaan zal er op de verpakking een overduidelijke blauwe sticker worden geplakt, waarop we ook zonder leesbril kunnen zien hoeveel calorieën een product bevat. Per verpakking én per portie. Die te kleine lettertjes waren mij inderdaad al eens opgevallen. Of hoe zeg je zoiets. Het valt op dat ze klein zijn, maar daardoor vallen ze eigenlijk niet meer op. Hetzelfde geldt voor de bereidingswijze van allerlei levensmiddelen. Als man van 52 heb ik dan beslist een leesbril en groot licht nodig om te zien welke hoeveelheid water bij een pakje kruiden moeten worden gedaan. Ook al vanwege de aandacht die ook ik graag wil besteden aan mijn soms toenemend en soms afnemend buikje ben ik wel blij met een duidelijke blauwe sticker. We zien wel. Intussen blijft het natuurlijk een logisch verschijnsel, dat we als westerse landen onze economieën maar steeds willen laten groeien en dat dat dan zichtbaar wordt in de individuele groei van alle burgers. Het moet toch ergens blijven, nietwaar? We stoppen de benzine in onze auto’s en de energie in onze huishoudelijke apparaten om maar zo weinig mogelijk te hoeven bewegen. En vervolgens houden we dan nog tijd en geld over om te kunnen consumeren. En dat doen we dan weer met zo weinig mogelijk calorieën, want anders krijgen we last van allerlei welvaartsziekten. Te dik, te hoog cholesterol, suikerziekte enzovoort. Ik weet zeker dat de Schepper het ooit allemaal heel anders bedoeld heeft. Toen Hij zei dat al het groene kruid en het zaaddragende gewas als voedsel bestemd was was er genoeg voor iedereen. En niet alleen omdat ze maar met z’n tweeën waren, maar ook omdat de aarde altijd genoeg zou voortbrengen om de gehele mensheid te voeden. Vandaag lijdt een groot deel van de wereld honger. Sterven kinderen omdat ze niet genoeg calorieën binnen krijgen. Zo simpel is dat. Wij willen een groeiende economie en anderen moeten dan maar zien. Dat zeggen we niet zo, maar we doen wel zo. We schrijven kranten vol over de kosten van onze zorgverzekering, die overigens ook zo duur wordt door het bestrijden van allerlei welvaartsziekten. Maar we geven aan ontwikkelingshulp slechts een fractie van ons nationale inkomen. Natuurlijk gebeurt er op individueel gebied nog wel wat, maar ik ben er zeker van dat we uit allerlei achterstandslanden meer halen dan dat we er brengen. Vroeger gingen we naar Afrika met spiegeltjes en kralen en het evangelie. Vandaag komen Afrikanen hier om ons uit te leggen dat Jezus toch iets heel anders bedoelde dan een alsmaar groeiende economie en een welvaartsmaatschappij. Als we weer leren tevreden te zijn door te ontdekken dat geven zaliger dan ontvangen is er nog hoop. Misschien dat de blauwe sticker daar wat aan kan bijdragen. Genoeg is genoeg. Als je aan je tax zit, geef je de rest gewoon weg. Blijf je zelf ook gezond. Beter voor iedereen, ver weg en dichtbij.