4 mei 2005

Bevrijding

Vandaag hangen de vlaggen halfstok. Straks zijn we twee minuten stil. Herdenken noemen we dat. Een goede zaak zou ik zeggen. We moeten leren van het verleden, dus moeten we er ook aan denken. Vanmorgen stond er in de Volkskrant een foto van drie joodse mensen en Beth Sjalom, het bejaardenhuis van de vrede. Ze zagen er nog prima uit voor hun boven de tachtig jaar. En als je dan leest – tussen de regels door trouwens – wat ze hebben meegemaakt, word je vanzelf wel stil. Ook zonder dat het acht uur is. Zij kunnen er niet aan terugdenken. Dat doet te veel pijn. Dat maakt dat ik me wat ongemakkelijk voel bij dit soort herdenken, Wat heb ik nu meegemaakt? En wat is er veranderd. Vandaag was er weer iemand in Irak, die zichzelf met bommen had beladen en zich midden onder het publiek opblies. In Israël is het wat minder, de laatste tijd. Misschien door een lange muur dwars door het land, maar misschien ook wel de stilte voor de storm. Wanneer wordt het beter? In december was ik bij de kerstavond van één van mijn kleinkinderen. Zo’n 150 in het wit geklede jongetjes en meisjes zongen op een aandoenlijke wijze over de vrede op aarde. Ik kreeg er echte tranen van in mijn ogen. Ineens begreep ik wat Jezus had bedoeld, toe hij zei: wordt als de kinderen. Toen de engeltjes van het podium afliepen zag ik dat er twee ruzie kregen. En niet zo’n beetje, want het was onmiddellijk meppen. Daar ging de vrede! Vanavond hangt de vlag halfstok en morgen weer in top. Dan vieren we bevrijding. Ik zal niet ontkennen dat het goed is om in een vrij land te leven. Maar in dit vrije land meppen we er allemaal nog lustig op los, al dan niet gewapend. Ik ben wat dat betreft een beetje somber, moedeloos zelfs. Het wordt nooit echt wat. Het meppen, vechten en moorden zit van binnen. Echte vrijheid begint dan ook niet met een regering, een grondwet en zelfs niet met respect voor elkaar. Echte vrijheid zit van binnen. Als we thuis mogen komen bij God, de Vader. Nu lijkt ook dat wel weer wat somber, want dat iemand wordt thuisgehaald zeggen we over het algemeen pas nadat hij of zij al dan niet door geweld om het leven is gekomen. Pas als je dood bent heeft niemand meer iets over je te zeggen dan God alleen. En daar ligt nu juist het worden. Ik hoor vanavond ook Jezus zeggen: als jullie het avondmaal eten denk dan aan mijn dood. Ik stierf in plaats van jullie. Door mijn dood en vooral ook door mijn opstanding is God in jullie leven al heel dichtbij gekomen. Niet meer te moeten vechten om er te mogen zijn, maar rustig geloven dat Jezus er voor jou was, dát is pas gedenken. En in dát gedenken is God dichtbij gekomen, heel dichtbij.

Campo Minado! Yellow&Blue