3 oktober 2011

De God van mijn vader XXVI De dood en daarna.

Het sterven speelde een grote rol in mijn leven. Vanaf het begin. In het doopformulier wat mij werd voorgelezen toen ik er nog niets van verstond staat: “opdat zij dit leven (hetwelk toch niet anders is dan een gestadige dood) om uwentwil, getroost, verlaten, en ten laatsten dage voor den rechterstoel van Christus, uw Zoon, zonder verschrikken mogen verschijnen” Dat was het sindsdien ook: een gestadige, voortdurende dood. In feite was niets écht belangrijk in dit leven. Het was ijdelheid, lucht en leegte zouden we nu zeggen. Het ging maar om één ding: Hoe word ik behouden. Hoe krijg ik een “borg voor mijn ziel”. En hoewel het daarom ging kon je er niets aan doen. Daarbij werden vreemde uitdrukkingen gebruikt:”Je kan geen nagelschrapseltje toevoegen aan je zaligheid” Wie dat nagelschrapseltje had bedacht en hoe het er precies uitzag wist ik niet, maar het klonk altijd wel indrukwekkend. Wat die doop precies betekende was ook nogal onduidelijk. Je was op het “erf van het verbond” geboren en moest daar blij mee zijn. Tegelijk hield het geen bevoorrechte positie in.  Iedereen, ook ongedoopten, konden uitverkoren zijn. En als jij als gedoopte niet uitverkoren bleek te zijn - en dus door eigen schuld verloren zou gaan - zou dat “gedoopte voorhoofd” nog tegen je getuigen. Ik nam het allemaal bloedserieus. Ik wilde - toen al - weten wat de waarheid was. En dit was natuurlijk waar, want de enigen die het konden weten, mijn ouders en mijn opa’s en oma’s, brachten het mij bij. Tot aan de dood was er altijd een kans om gered te worden. Daarna niet meer, want “zo de boom valt zo blijft hij eeuwig liggen”. Sombere waarheid, die niet gold voor rooms katholiek mensen. Die baden voor overledenen. Dat was zonde. Het werd er alleen maar erger van. Al vroeg las ik het boekje “Anton en zijn vrienden” van Vreugdenhill. Een vreselijk boekje, waarin een jonge Anton, die door het ijs was gezakt na schaatsen op zondag, komt te sterven. Schreeuwend ging hij dood: ”voor eeuwig te laat!” Zijn ouders zater en zwijgend bij en hadden geen oplossing, laat staan troost. Het staat nog op de uitleenlijst van sommige kerken!

Campo Minado! Yellow&Blue