28 september 2005

Waarom laat God het toe?

Het maakt je gewoon onzeker, die dalende, maar meestal overigens stijgende olieprijs. So wie so onzeker omdat het toch wel alles met het gezinsbudget te maken heeft. Meer en meer komt het voor dat mensen de auto niet meer gebruiken om verre afstanden te rijden omdat het zo duur geworden is. Goed voor het milieu wellicht, maar minder goed om contacten met verre familieleden en vrienden te onderhouden.. Maar daarnaast maakt ook de oorzaak van die stijgingen en dalingen erg onzeker. De oorlog in Irak was al een constante prijsopdrijver. Nu komen daar ook nog wekelijks terugkerende orkanen bij. Nooit geweten, dat een orkaan in het zuiden van de VS voor stijgende olieprijzen kon zorgen. Nu snap ik dat wel, maar ik had er nog niet eerder bij stilgestaan. Zouden die orkanen er eerder niet geweest zijn? We hadden toch nog niet eerder last van dit soort economische gevolgen. Er zijn – denk ik - meerdere oorzaken. Allereerst waren we nog nooit zo afhankelijk van olie als nu. Zonder energie, zonder olie dus staat de wereld stil. We hebben het meer dan ooit nodig om onze levenspeil te kunnen garanderen. De vraag is dus enorm hoog en dat drijft de prijs natuurlijk op, zeker als er een vermoeden van schaarste is. Ten tweede zijn we nog zoals nu geïnformeerd over de naderende rampen en de mogelijke gevolgen voor de olieproductie. Er is al angst en die wordt nog versterkt doordat we op elke zender en in elke krant dit vele malen herhaald zien. De krantenkoppen als “Angst voor Rita neemt toe” stellen ons ook niet direct gerust. Maar tenslotte – wat mij betreft – is er ook een erg vergeten aspect aan deze rampen. We roepen tegenwoordig God ter verantwoording als er iets ergs gebeurt. Waarom laat God het toe. Waar was God in New Orleans? Maar willen we dat echt wel weten? Zou God niet veel meer met rampen in de wereld te maken hebben dan dat wij – moderne – mensen nog willen zien. In de tijd van de Bijbel was het overduidelijk. Als er oorlogen of aardbevingen of overstromingen waren, had dat te maken met oordelen van God. Toe de zondvloed had plaatsgevonden riepen Noach en de zijnen niet: waarom liet God dit toe, maar bogen ze vol ontzag voor een God die zelfs de wind en de zee kon gebieden. Wij zijn geseculariseerd, of we nu gelovig zijn of niet. We roepen God op het matje en staan Hem niet toe ons ter verantwoording te roepen. Wij zijn niet beter dan de mensen in New Orleans of in Irak. Ook hier kan de stem van God worden gehoord. Het zou me niet verbazen in een land dat zover van Hem is afgedwaald. In West Friesland waar de paranormale en occulte zaken zelfs de kerken worden binnengedragen. God roept ons op ons tot Hem te bekeren. De hele dag, voordurend, strekt Hij zijn handen uit naar een ongehoorzaam volk. Hij heeft ons zelfs in oordelen lief met een oneindige liefde. En daarom is Hij ook in rampen en tegenspoed dichtbij. Heel dichtbij.

21 september 2005

God met ons

Zo hadden we dan weer de troonrede. Jarenlang was het een grote vraag of de troonrede zou worden besloten met een verwijzing naar God. In de vorm van een bede, een wens of tenminste het noemen van de Naam van God. Gisteren en vandaag heb ik daar niemand over gehoord. Overigens werd God nadrukkelijk genoemd aan het slot van de toespraak die Hare Majesteit namen het kabinet mocht uitspreken. Natuurlijk blijven we altijd een beetje in het ongewisse over welke god de majesteit nu bedoelt. Als het aan haar ligt zal het op zijn minst wel de christelijke God zijn, maar je kunt het net zo makkelijk opvatten als een verwijzing naar Allah of welke andere god dan ook. Maar goed, laten we daarover niet zeuren. Er is iets in ieder geval en in dit geval, het geval van de troonrede noemen we dat iets God en wensen we gemeenschappelijk dat iedereen beseft dat er veel tot hem gebeden wordt. Toch is God naar de rand van de samenleving gedrukt. In zijn boek de Amerikanen zijn niet gek zegt Charles Groenhuijsen dat er in Nederland eigenlijk niemand meer is die ontwikkelde vrienden heeft die naar de kerk gaan. In zijn Amerika, met al die nog niet zo gekke Amerikanen, is dat heel anders. Daar gaat iedereen ter kerke. En alle verdeeldheid in de maatschappij ten spijt, God is “after all”de God van Amerika, One Nation under One God. Hoe dat nou komt, dat God in Amerika zo dichtbij is en hier slecht een bijrol mag vervullen blijft vooralsnog een raadsel. Feit is dat openbare gebeden, uitgesproken door de Minister President hier voorlopig nog wel een illusie zullen blijven. Nu nemen we wel bijna alles over uit Amerika. De Hamburgers en de bijbehorende vetzucht, de films en het bijhorende geweld, de soaps en de bijbehorende echtscheidingen zijn in ons goddeloze land zomaar gemeengoed geworden. Zouden we God ook gaan overnemen. Het lijkt ondenkbaar, maar zou te zijner tijd de derde klas van de basisschool ook beginnen met het hijsen van de Nederlandse of europese vlag en uitroepen, dat we één land onder God zijn. Ik weet ook niet of ik daar wel zo naar verlang. Zolang het niet gepaard gaat met gezonde levensstijl, andere films en juist minder echtscheidingen maakt het ook allemaal niet zoveel uit. Waar ik wél naar verlang is naar een volk dat zich bekeert. Zich omkeert en de andere kant uit gaat kijken. Niet meer alleen 80 euro per jaar meer of minder – waar hebben we het over – niet alleen te hoop lopen voor materiële welvaart, maar een volk wat elkaar oproept God en de naaste te dienen. Uitkomt voor zijn christelijke wortels. God relevant maakt in heel het bestaan. Niet alleen als sluitstuk van een troonrede, maar als bron van het doen en laten van elke dag. Dan is God pas echt dichtbij.

14 september 2005

vreemdelingen?

Waarom zouden we ons druk maken? Om de duitse verkiezingen van aanstaande zondag. Om de vele doden die elke dag weer in Irak vallen door terroristische aanslagen. Om nieuwe dreigende orkanen. Om de opwarming van de aarde en de stijging van het zeewater? Het is zo ver weg of het duurt nog zolang. Soms worden we er even bang van als er nog meer media-aandacht is dan normaal, maar even later zijn we het ook weer kwijt. Het werk moet doorgaan, de kinderen vragen aandacht, Ajax Sparta Praag begint zo. Ook allemaal erg belangrijke dingen nietwaar. Waarom zouden we ons druk maken? Om oorlogen, geweld en rampen zolang het nog ver weg is. Maar ook in West Friesland, in Medemblik, in Andijk,, Hoorn, Enkhuizen en Stede Broek wonen ze. De mensen die gevlucht zijn. Van wie het leven gevaar liep, of die hun kinderen geen toekomst konden voorhouden. Sommigen zijn welkom. We maken een opvangcentrum of we zorgen zelfs voor een huurhuis. Maar anderen moeten maar afwachten of ze hier wel welkom zijn. Soms jarenlang. Ze hebben intussen prima geleerd om Nederlands te spreken en hun kinderen gaan naar school. Werken mógen ze niet dus leven ze van een kleine bijstandsuitkering. De spanning over de uiteindelijke beslissing vreet dagelijks aan ze. Soms worden ze bemoedigd. Door mensen met begrip, door handtekeningacties voor een éénmalig pardon. Som worden ze beangstigd. Door een rechter, die de zaak niet behandeld, maar voorlopig terzijde legt. De rechter mag dat, maar waarom vinden wij dat goed in een democratie als de onze. En hebben we met elkaar onze eigen welvaart intussen niet heilig verklaard. Zijn we nog wel in staat om met de ogen van ons hart te kijken naar vluchtelingen en rustzoekers. Of vinden we het makkelijker ze als onterechte of economische vluchtelingen te bestempelen. Dan is het gerechtvaardigd ze te gaan onderbrengen in vertrekcentra wat ongeveer hetzelfde is als een verrekcenrum. Dat is dan wel geen westfries maar is daarom niet minder duidelijk.

Het is altijd weer opvallen hoe de Bijbel spreekt over onze houding tegen vreemdelingen. Het is zo ongeveer de maatstaf voor de taal van ons hart. God kijkt hoe we met vreemdelingen omgaan en legt dat op Zijn weegschaal. Het is altijd heerlijk te weten, dat God dichtbij is. Dat Hij ons nooit inde steek zal laten. Maar God vraagt ons dichtbij de ander te zijn. Als wij ons hart sluiten voor de vreemdeling kan God ons hart ook niet bereiken. Waarom zouden we ons druk maken? Om mensen die ons nodig hebben om nog een beetje te kunnen geloven in de toekomst, in de mensheid, in een God die ook voor hen heel dichtbij is.

Campo Minado! Yellow&Blue