11 januari 2006

Het offerfeest

Dat moslims in Nederland en overigens ook overal ter wereld het offerfeest vieren zal wel niemand ontgaan zijn. Het journaal, maar ook de kranten maken er uitgebreid melding van. Ritueel geslachte schapen worden met honderden aangevoerd om hen in staat te stellen deze gebeurtenis op hun wijze te beleven. Een deel van het vlees eten zij zelf op en een groot deel wordt weggegeven. Sommigen – zo las ik – kopen helemaal geen offerdier, maar zenden geld aan verre familieleden in Pakistan of elders om mensen daar in staat te stellen opgelicht te worden uit hun wel zeer armzalig bestaan. Het schaap staat symbool voor het dier dat Ibrahim mocht slachten in plaats van zijn zoon, die hij eerst op het altaar had moeten leggen. Ook voor christenen geen onbekend verhaal, zij het dat het in beide verhalen over een andere zoon gaat. Kern van het verhaal is wel dit, dat er in plaats van een mens een dier geofferd werd. Het is bijzonder dat zo’n gebeurtenis nieuwsfeit wordt. Dat heeft natuurlijk niet in het minst te maken met de hele discussie over moslims in Nederland. Daar valt veel beroerds over te zeggen en waar te nemen. Het gaat zeker lang niet altijd goed. En juist de isolatie, waarin mensen terecht komen in onze geseculariseerde, dat wil zeggen ongodsdienstige, maatschappij maakt dat zij zich als groep aaneensluiten, elkaar herkennen en samen meer en meer belang hechten aan hun religieuze feesten. En omdat wij onze feesten, zoals kerst, Pasen en Pinksteren bijna alleen nog maar in woonboulevards en in de zomer op de stranden vieren, is het feit dat hier gelovige mensen waarde hechten aan hun godsdienstplichten een nieuwsfeit voor de voorpagina. Lange tijd hebben we tolerantie en respect gepredikt. Wij moesten mensen in hun waarde laten en ze respecteren om wat ze doen en deden. Ik heb dat altijd waardevol gevonden, maar wel met één voorwaarde. Respect betekent ook mensen serieus nemen en vanuit je eigen overtuiging durven benaderen. Ze mogen er zijn, moslims in Nederland, natuurlijk! En ze mogen hun offerfeest vieren, vanzelfsprekend. Daarvoor hebben wij hier juist de scheiding van kerk en staat bedacht. Hier mag ieder geloven wat hij wil, zonder daarvoor door de overheid op zijn vingers getikt te worden. Behalve dan misschien de SGP, die om haar mijns inziens onterechte overtuiging overheidssubsidies wordt onthouden. Maar goed, moslims mogen er zijn en ik wil ze met respect benaderen. Ik zou zeker meer contact met mensen uit de moslimgemeenschap willen hebben. Maar wat mij betreft zou het dan van respect getuigen als we samen konden gaan zien, dat het voor wat betreft het offerfeest niet bij een schaap is gebleven. Van Jezus wordt gezegd dat juist Hij als een schaap naar de slachtbank is geleid. Dat er op het cruciale moment op Golgotha géén engel uit de hemel kwam om te voorkomen, dat Hij zijn leven voor de mensheid gaf. En dat er honderden ooggetuigen zijn geweest van het feit, dat die engelen nu juist wél weer verschenen toen Hij het offer had gebracht en zijn leven had gegeven. Het zou van weinig respect getuigen als ik dat niet zou vertellen. Niet om mensen te dwingen iets anders te geloven dan ze nu doen. Geloofsdwang is onjuist en feitelijk onmogelijk! Maar wel om vanuit de Bijbel én vanuit de geschiedenis van Golgotha te laten zien hoe dichtbij God werkelijk is gekomen. Omdat ik geloof dat dáár Gods liefde zichtbaar werd. Voor mij, voor iedereen, dus óók voor moslims.

Campo Minado! Yellow&Blue