30 juni 2011

De God van mijn vader VII

DE LAGERE SCHOOL

Op de lagere school leerden we dat we met dergelijke dingen niks te maken hadden. We leefden ons eigen leventje en hadden nauwelijks contact met anderen dan zwaar reformatorische mensen. Wij waren van de Gereformeerde Gemeente. Dat was het beste. Daarna kwamen de uitgetredenen, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De vrije Oud gereformeerde gemeente in H.I. Ambacht kon er ook mee door. De Gereformeerde bond in de Hervormde Kerk ook nog wel, alhoewel dat toch al moeilijk lag. Zo werd mijn kerkelijk besef gevormd rondom het begrip van de waarheid. Wie er gelijk had was niet de vraag, maar hoe aan te tonen dat wij het bij het rechte eind had. Onze catechisatieboekje (ook al zo'n woord - welk kind wil er nou op catechisatie) vermeldde achtereenvolgens de dwalingen van de Pelagianen, de Arminianen, de Luthersen, de Wederdopers, de Jehova's getuigen (in een bijlage natuurlijk) om ons te trainen in een juist godsbesef. Ik schrijf het hier met kleine letters, want het ging "nergens" over natuurlijk. Nou ja, nergens, in ieder geval niet over een juist Godsbesef. God was meer de hemelse chef geworden, die al zijn aardse werknemers de juiste regeltjes voorhield en nauwkeurig bijhield of ze zich daar wel aan hielden.

School en kerk sloten nauw op elkaar aan. Dezelfde sombere leer was uitgangspunt. Niet dat we op school niet konden lachen. Dat deden we wél. We zongen en lachten, we speelden en het was op ons schoolplein net zo'n dolle boel als op het schoolplein van de gewone gereformeerde kinderen. Religie, Godsdienst was zo deel van ons leven dat de zaken van de eeuwen en de zaken van de eeuwigheid dwars door elkaar heenliepen. Bekeerde kinderen hadden we bijvoorbeeld niet. En dat kwam ook nooit ter sprake. Op school dan. Dat was uitgangspunt. In de kerk wel. "Jongens en meisjes, het is ook voor jullie hoor!, werd er af en toe vanaf de kansel geroepen" maar dat kon natuurlijk helemaal niet, aangezien de zaak al lang beklonken was. En áls je uitverkoren was kwam je daar pas op latere leeftijd achter. Gereformeerden en Rooms Katholieken hadden daar geen last van. Die dachten allemáál naar de hemel te gaan. Ze zouden het nog wel ontdekken. Met een ingebeelde hemel naar de hel was vreselijk. Wij gingen zeer waarschijnlijk ook wel naar de hel, maar wij wisten het tenminste.

1 opmerking:

Dorien zei

Bijzonder en tot herinnerende mijmeringen leidend, dit portret van jouw achtergrond in een Gereformeerde Gemeente. Ik heb nooit geweten dat dit weer iets anders is dan de Gereformeerde Kerk. Ik ga het allemaal opzoeken, al die namen.
De katholieke kloosterschool sprak met afgrijzen over ene afvallige Calvijn, die nóg veel erger was dan Luther. Verder niet het bespreken waard volgens de zusters.

Toch zijn er ook overeenkomsten: ook op die nonnenschool géén bekeerde kinderen. Die kwamen zo te horen alleen in de Afrikaanse missie voor.

Ik kón niet bekeerd worden: mijn vader had een doodzonde begaan en ik was een satanskind. Een brandvrij huisbewakersappartementje in het vagevuur was voor mij het hoogst haalbare volgens een overigens echt aardige non, die erg met mij te doen had.

Wat een doodzonde was, wist ik niet. Pas sinds ik hier de laatste tijd de discussies volg, wordt het mij meer duidelijk. Hij is ooit katholiek geweest en heeft dat openlijk afgezworen. Bovendien deed hij zaken die inderdaad niet zo netjes waren. Eén en één is twee.

Ik schreef eerder al eens dat ik nergens bij andere kinderen binnen mocht komen. De gekste rituelen werden daarbij ten tonele gevoerd: een oud mens dat met de Bijbel boven haar hoofd me toe schreeuwde dat vruchten van de boom net zo rot zijn. Een Bijbel die nooit gelezen werd overigens: enkel wat de pastoor (en de kapelaans) leerden, was goed. Op die school heb ik dan ook nooit een kinderbijbel gezien. Had ik maar wel zo'n boek in handen gehad, dan had ik al veel eerder heel wat rariteiten die zich in mijn hoofd vastzetten, kunnen opschonen.
Boeren staken het kruis met bebloed corpus naar mij (en de andere kinderen uit ons gezin uit). Een enkele maal maakte ik het mee dat vrouwen paniekerig zout strooiden tussen hen en mij. Ik vermoed dat dergelijke rituelen door leden van de Gereformeerde gemeente van jou, ondenkbaar zouden zijn geweest.

Een tijd lang volgde ik in het geheim de katholieke voorschriften, zoals het bijhouden van een vastentrommeltje. Niet om bekeerd te worden, maar om die Jezus zodanig tevreden te stellen dat hij niet achter mij aan zou komen om me in de hel te werpen. Per slot van rekening kon die zich in mensengedaante overal en altijd doen verschijnen. Zijn taak was het verdrijven van de duivel en dus ook van diens kinderen.

Het resultaat van kinderlijke verwerking van informatie waar géén vragen over gesteld mochten worden. Voortdurende angst die tot in de eeuwigheid zou voortduren, dat was mijn werkelijkheid.

Waarheid en beeldvorming...en wat kunnen die, vooral als ze religieus van aard zijn, zowel een groeizame, ontplooiende als een verwoestende werking hebben.
Ik vermoed dat we door het delen van onze verhalen, door dialoog, discussie, interpretatie, ervaring en confrontatie, uitspreken van emoties en onzekerheden, kunnen proberen de kloven en ravijnen tussen ons 'anders-denkenden' tot rustbrengende overbruggingsparken om te vormen waarin we ons ieder op onze eigen manier thuis voelen. In alle betekenissen van dat woord.

Campo Minado! Yellow&Blue