13 juli 2011

De God van mijn vader XVII de preek (1)


De preek is een raar fenomeen. In de kerk zijn we eraan gewend, maar wel aan heel verschillende soorten preken. In de Rooms Katholieke traditie wordt ook gepreekt, maar is de eucharistie het belangrijkste onderdeel van de dienst. Ooit bezocht ik een kerkdienst, waarin de pastoor zich verontschuldigde voor zijn zere keel. Hij zou niet preken vandaag, dus was er alleen maar eucharistie. Ik vond het prachtig! Het zou in een protestantse eredienst niet kunnen. Dan léést er wel iemand een preek, maar gepreekt moet er worden. Waarom eigenlijk? Dat is op zichzelf al een onbehoorlijke vraag. Waarom moet er gepreekt worden. Waarom vieren we niet eens alleen avondmaal? En als er gepreekt wordt, wat is daarvan dan de bedoeling? In een orakel Gods woord doorgeven? Zo wordt het dikwijls gezien. Ronduit griezelig is het hoe ik soms word aangekondigd. We gaan nu luisteren naar het Woord van God, mag ik u verzoeken broeder? En daar ga ik dan om het Woord van God te preken.

Ook daar zit een ontwikkeling in. In evangelische kringen was en is het dikwijls de gewoonte om te zeggen dat je spreekt. Wij zeggen niet:"wie preekt er vandaag?" maar " wie spreekt er vandaag?" Gelukkig is dan het antwoord niet God. Ik vermoed zelfs dat het uit tegenovergestelde overweging voortkomt. Preken was te hoog verheven en onaantastbaar. Spreken moest het zijn, want dan kon er één spreken en de anderen toetsen. Dat is twee kanten uitgegaan. Aan de ene kant wordt er alleen nog maar getoetst. Iedereen weet altijd alles beter en zal dat laten merken ook. Een preek is "maar" een spreek en wij controleren het op juistheid. De andere kant is de vergoddelijking. Een spreek wordt dan een orakel, onaantastbaar en rechtstreeks uit de hemel.

De preek is het mooiste en het meest onmogelijke wat er bestaat. Houdt maar eens een toespraak voor een paar honderd (of meer of minder) mensen. De groep bestaat uit mannen én vrouwen in de leeftijd van twaalf (soms vier!!) tot honderd jaar. Het hele scala van opleiding zit er tussen. Mensen die het lager onderwijs (basis onderwijs tegenwoordig) te moeilijk vonden en mensen met een universitaire opleiding. Gelovigen met een zwaar gereformeerde achtergrond en teleurgestelden uit al te charismatische gemeentes. (Ik spreek even over mijn eigen situatie). Zieke, gewonde, teleurgestelde mensen, die soms bijna van het geloof afhaken en pas bekeerde jong gelovigen die uit hun dak gaan "voor de Heer". Vrienden en familie, vijanden (die je natuurlijk ook liefhebt) en onbekeerde bezoekers die eens komen kijken. Om nog maar te zwijgen van al die gezichten die je persoonlijk kent mét hun persoonlijke geschiedenis, soms van teleurstelling in God, ernstig seksueel misbruik in hun jeugd of angst voor de "god der wrake" Kortom, de doelgroep is de hele wereld en die valt niet te definiëren.

3 opmerkingen:

Richard zei

Mooie stukjes in het Blog. uitdagend en aansprekend.
Onze opdracht is inderdaad om iedereen te bereiken … maar het is, volgens mij, niet zo dat Hij verlangt dat één gemeente ook iederéén zal bereiken. Daarom Zijn wij één lichaam met andere christenen en gemeenten op aarde.

Samen kunnen we mensen bereiken die geen enkele gemeente, strategie of stijl alléén kan bereiken.
Verschillende soorten aas lokken verschillende vissen aan. Aardbeien oogsten met een Combine maakt enorm veel troep. Nieuw wijn in oude zakken gieten is vragen om een teleurstelling. Om je evangelisatie zo effectief mogelijk te maken zou je –naar mijn mening- minimaal een idee moeten hebben op wie de boodschap, preek, spreek is gericht.

Je schetst een hele serie mensen die je menselijk gezien onmogelijk in één boodschap kunt bereiken. Volgens mij richtte Jezus zijn bediening op doelgroepen, hij sprak in beelden met munten, vissen, gewassen en gebruiken die zijn ‘doelgroep’ destijds herkende. Niet om mensen uit te sluiten maar om effectief te kunnen zijn met de beperkte tijd en energie die Hij van de vader had ontvangen tijdens zijn aardse bediening. Voorbeelden lees ik in: Mat15:24 Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël.
Hij genas de Samaritanen vrouw wel maar gaf wel heel duidelijk aan dat Joden ‘Zijn’ doelgroep van bediening waren. Hij gaf zijn leerlingen opdracht welke volken ze wel en niet moesten richten. Mat10:5 U zult u niet op weg begeven naar de heidenen en u zult geen enkele stad van de Samaritanen binnengaan, maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël.
Paulus richt zich op heidenen, Petrus op Joden (Gal2:7) Paulus geeft aan dat hij mensen op hun eigen niveau onderwijst omdat de Korintiers nog niet aan vast voedsel toe waren. Hij past zich bewust aan om mensen op een voor ‘hen’ bekende manier te bereiken (zonder af te doen aan boodschap van evangelie) en niet op zijn eigen vertrouwde manier of voorkeur.
1Kor9:20 En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen …. 22 Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. 23 En dit doe ik ter wille van het Evangelie, opdat ik daarvan ook zelf deelgenoot zou worden.

Volgens mij is de basis van een zendeling ook dat je je eerst verdiept in de geografische situatie, de gewoonten, taal, cultuur en religieuze achtergrond van een land. Gemeente zouden wat voorzichtiger met hun schaarse middelen om te gaan in plaats van hun licht alle kanten uit te willen schijnen. Hoe minder focus, hoe minder kracht. We moeten onze beperkte middelen zorgvuldig inzetten op gebieden waar ze de meeste mensen bereiken. Als gemeente moet je eerst afvragen: wat is onze passie; waar zijn we goed in; in wel veld is onze oogst het grootst?

Zonder duidelijk doel voor ogen, wie wil ik, waarmee bereiken, kan je onmogelijk doelgericht zijn. Je schiet dan wat evangelische woorden de wereld in hoopt dat ze doel raken. Het zijn pijlen die je willekeuring in de schutting schiet (onder mom van God raakt zijn doel) en vervolgens trek je zelf cirkels om die pijlen en zegt ‘doel geraakt’.

Dorien zei

Een cruciaal verschil, geloof ik, wat je hier aansnijdt, Simon: preken of spreken. Het voelt als het verschil tussen monoloog en dialoog. Elkaar bereiken doen we in interactie, al dan niet rollebollend.

Iemand die 'spreekt', is weliswaar natuurlijk overtuigd van zijn/haar verhaal en argumenten, maar bouwt impliciet of expliciet de mogelijkheid in dat er vroeg of laat een tegenspreker opstaat die nóg meer steekhoudende zaken te berde brengt.

Een mens die 'preekt', kan vast heel integere, juiste, bruikbare zaken verkondigen, maar of die ook tot blijvende (ver)binding komt? Dat wenst hij wellicht ook niet.

Hoe dan ook: een sprekende predikant vind ik steeds boeiend; een prekende pastoor kan me bijna altijd gestolen worden.
Gelukkig dat er onder die 'soort' ook zijn die wel een 'preek' aankondigen, maar in werkelijkheid 'spreken'. Krijgen ze niet zelden trammelant met het kerkbestuur, althans wel in de omgeving waar ik mij bevind.

Martine Plukkel - de Vries zei

Interessante materie.
Toen ik een paar jaar geleden jongerendiensten organiseerde hebben we het er wel eens over gehad. Een lege dienst houden.

Niet omdat we geen tijd hadden om iets voor te bereiden, niet omdat er geen geld was om een (s)preker of band in te huren, maar om het eens anders-dan-anders te doen, om de Geest de ruimte te geven.

Ruimte die Hij op zondagmorgen (natuurlijk alleen tussen 10 en half 12 ;) ) wel mag hebben als het nog tussen ons programma past. En af en toe speel ik nog wel eens met het idee. Hoe vast zitten we aan onze tradities en rituelen. Liedje, mededelingen, liedjes, preek, liedje, zegen, klaaaaaaar. Hoe zou het zijn, een leeg podium op zondagmorgen, een zaal vol stoelen. Iemand die het podium op loopt, een gebed uitspreekt en de dienst overgeeft. Niet aan de oudste van dienst. Niet aan de (s)preker. Niet aan de zangleiding. Maar aan GOD.

Ben benieuwd wat HIJ tot ons wil spreken.

Campo Minado! Yellow&Blue